Bij het zien van een stel loopeenden verschijnt er bij de meeste mensen een glimlach op het gezicht. Een koppeltje loopeenden die gezellig snaterend achter elkaar aan rennen, het is een koddige aanblik. Vliegen, daar zal je de Indische loopeend niet snel op betrappen. Rennen, dat kunnen ze als de beste. En eieren leggen: wel tweehonderd stuks per jaar.
Oorspronkelijk komt de loopeend uit Oost-Indië, het huidige Indonesië. Vandaar dat er officieel wordt gesproken over Indische loopeend. Een kleine tweehonderd jaar geleden namen Hollandse zeevarende ontdekkingsreizigers ze mee naar Europa.
Loopeenden: hoeders van de rijstvelden
De loopeenden worden in het zuidoosten van Azië gebruikt in de uitgestrekte rijstvelden. Direct na de oogst worden grote groepen eenden naar de sawa’s gedreven. De watervogels doen zich tegoed aan de overgebleven rijstkorrels, insecten, slakken en allerlei larfjes. Zelfs kleine amfibieën, zoals kikkertjes en salamanders, lusten ze graag.
Zo blijven de rijstvelden vrij van ongedierte. De loopeenden laten regelmatig wat vallen, dat als meststof voor de rijstplanten dient.
Loopeenden zijn van alle markten thuis
Een loopeend beweegt zich voort met een uitgestrekte hals en kaarsrechte houding, een koddig gezicht. Het zijn prachtige en grappige dieren, die door hun vorm ook wel ‘flesseneenden’ worden genoemd. In Groot-Brittannië heten ze heel toepasselijk ‘runner ducks’.
De eenden blijven het liefst vlak bij elkaar en als er één van richting verandert, veranderen ze allemaal van richting.
Naast het feit dat loopeenden makkelijk te houden en erg grappig zijn, kunnen ze ook heel goed gebruikt worden voor de bestrijding van slakken in tuin en moestuin. De eenden hebben een grote voorkeur voor het eten van insecten, slakken en wormen en zijn minder geïnteresseerd in planten. Ze zullen, tot op zekere hoogte, het groen in de tuin met rust laten.